Marianne de Jong heeft haar hart verpand aan Suriname. Meer specifiek: vanwege
haar achtergrond zeker ook aan de eerstelijns gezondheidszorg in het land. Met haar
stichting Amigoal ontwikkelt ze projecten die bijdragen aan gezondheid en welzijn van
de inwoners. Een bijscholingsplatform – in eerste instantie alleen voor huisartsen en
doktersassistenten maar inmiddels veel breder – speelt hier een belangrijke rol in.
TEKST: FRANK VAN WIJCK FOTO: AMIGOAL
Soms komen bij iemand alle eerdere werkervaringen
ineens bij elkaar in een passie. Marianne de Jong is zo
iemand. hbo-v gedaan, daarna de IC-opleiding. Aan de
slag in een ziekenhuis en al snel een managementfunctie.
In diverse ziekenhuizen reorganisaties begeleid. Bedrijfskunde gestudeerd. Na werk bij McKesson en Capgemini
een eigen adviesbureau gestart. Klussen gedaan op het
gebied innovatie en eerstelijns informatiesystemen.
En toen was daar Suriname, Na in Aruba een opdracht
te hebben gedaan, volgde in 2015 ook een aanbesteding
van de huisartsen op Suriname. Die leidde niet tot een
opdracht, maar wel tot een blijvende verbintenis met het
land. Ze vertelt: “Ik kwam rond die tijd in contact met
Henk Tjassing, die een welzijnsproject voor de lokale
Surinaamse bevolking had opgezet, Dhanpaati River
Lodge. Dat leerde me hoe groot de verschillen waren
tussen de kansen die mijn eigen kinderen krijgen en de
kansen die de kinderen daar geboden worden. Daarmee
was de basis gelegd voor de stichting Amigoal.”
Gezondheid en welzijn verbeteren
Het doel van Amigoal is samen met Suriname projecten
ontwikkelen die bijdragen aan gezondheid en welzijn
en ontsporing voorkomen. Daarbij ligt de focus op sport
(Nederlandse sportclubs steken graag een helpende hand
toe), leefstijl en onderwijs. Een belangrijk voorbeeld van
het laatste is het online bijscholingsplatform dat tot stand
is gekomen voor huisartsen en doktersassistenten.
De Jong: “Het probleem was dat noch bij de huisartsenvereniging Hisuri, noch bij het ministerie of de huisartsen
zelf geen geld beschikbaar was voor bijscholing. Ik had
contacten met Prelum, dat online nascholingscontent
aanbiedt voor eerstelijns zorgaanbieders, ook op het
gebied van leefstijl en mentale gezondheid. Daar was
direct bereidheid te ondersteunen, toen ik zei dat ik
online bijscholing wilde gaan organiseren voor de huisartsen en doktersassistenten in Suriname.”
Om hieraan samen met de landelijke huisartsenvereniging concreet invulling te geven, richtte De Jong een
tweede stichting op: Cohisur, bedoeld om gezondheid
en welzijn te bevorderen met projecten in de eerste lijn.
Deze stichting is verantwoordelijk voor de lokale financiering. “De kennis van de huisartsen en doktersassistenten
up to date houden is belangrijk omdat de huisartsgeneeskunde de spil is in de gezondheid voor alle Surinamers”,
vertelt De Jong. “Er is ook aandacht voor preventie- en
leefstijlprogramma’s die belangrijk zijn voor het voorkomen van aandoeningen en het versterken van mentale
gezondheid.”
Erkenning van het ministerie
Na een goede voorbereiding en een pilot heeft deze
online bijscholing een vaste plaats gekregen in de Surinaamse huisartsenzorg. “Het ministerie van volksgezondheid heeft er inmiddels erkenning aan verleend, zodat
degenen die er gebruik van maken er ook accreditatiepunten voor krijgen, net als hun collega’s in Nederland”,
zegt De Jong. “Het ministerie ziet het aanbod als basis
voor kwaliteitsverbetering van de zorg in bredere zin.
Daarom zijn we nu ook bezig met het inzetten van een
kwaliteitsregistratiesysteem. Ook zijn we het aanbod aan
het verbreden, naar apotheekzorg – denk aan stoppen
met antibiotica – en psychologische gezondheidszorg.
Voor het laatste zijn we in overleg met psychologen en
psychiaters, om te bekijken of we ook voor deze beroepsgroepen online trainingen beschikbaar kunnen stellen.
Daarbij blijft voorop staan dat weinig geld beschikbaar
is en dat we dus goed kijken naar wat al voor Nederland
beschikbaar is en zich redelijk eenvoudig laat kopiëren.”
Veel Nederlandse professionals in de eerste lijn blijken
bereid om iets voor hun Surinaamse collega’s te doen.
“Huisartsen bijvoorbeeld die best voor twee weken naar
Suriname willen gaan als ze daar iets kunnen betekenen”, zegt De Jong. Zelf is ze er midden in de coronatijd
naartoe gegaan om in het ziekenhuis op de IC te werken.
“Wat ik daar zag was te weinig mensen, te weinig kennis,
te weinig vaccins en te weinig geneesmiddelen”, vertelt
ze. “Dus heb ik meteen in Nederland contact gezocht
met het ministerie van VWS en met een farmaceutische
groothandel. Dit heeft ertoe geleid dat vanuit het Radboudumc met de overheid een hulpmissie is opgezet om
gekwalificeerd personeel, materialen en geneesmiddelen
te leveren.”
Een ander voorbeeld betreft sikkelcelziekte. Deskundigen uit Nederland en Suriname gaan kennis bij elkaar
brengen die op het online bijscholingsplatform beschikbaar moet komen. Dit project wordt gerund door een
lokale zorgprofessionals en Nederlandse artsen. “Het
ministerie wil op dat platform ook protocollen voor
uiteenlopende chronische ziekten bij elkaar brengen,
omdat daar net als hier in Nederland de beleidslijn is zorg
te verplaatsen van de tweede naar de eerste lijn”, zegt De
Jong. “Zo wordt het platform een brede kennisbank.”
Kop en staart
Amigoal wil niet alleen hulp bieden, maar wil juist ook
kennisopbouw in het land zelf bewerkstelligen. “Dedoelstelling is te realiseren dat de mensen zelf in staat
zijn om de regie en coördinatie over te nemen”, legt
De Jong uit. “Het bijscholingsplatform speelt daar een
belangrijke rol in. We hebben ook een supportafdeling
bij de huisartsenvereniging opgeleid om dat platform
zelfstandig te kunnen beheren en uit te breiden. Ook de
oprichting van Cohisur sluit aan bij dit streven. Hierbij
zijn drie Surinaamse huisartsen betrokken, die zelf een
steeds grotere rol op zich gaan nemen om de kwaliteit
van de eerstelijns zorg te versterken. Het is cruciaal om
lokaal mensen te hebben die lokaal betrokken zijn bij de
doelgroep. Op die manier krijgt de bijdrage die wij leveren een kop en een staart en zo moet het ook zijn.”
Dit neemt niet weg dat De Jong zelf voorlopig nog actief
betrokken zal blijven. “We zien dat we nu steeds meer
interventies kunnen plegen die bijdragen aan de hoofddoelstelling van Amigoal, nu we eenmaal goed bekend
zijn en ook door het ministerie als gesprekspartner
worden gezien”, zegt ze. “Daar hoort een professionaliseringsslag bij dus dit zal de komende tijd de focus van mijn
werk worden. Met overtuigde inzet, want je kunt echt
iets bijdragen aan een land dat ook enorm gewaardeerd
wordt.”
www.cohisur.sr en www.Amigoal.nl